Hoe lager de afgiftetemperatuur, hoe beter het rendement. Daarom is het aansluiten van een warmtepomp op vloerverwarming meestal beter dan op radiatoren. Als je je warmtepomp wilt aansluiten op bestaande radiatoren, hangt de mogelijkheid af van verschillende factoren zoals de afgiftetemperatuur van de warmtepomp, de dimensionering van de radiatoren, de diameter van de leidingen en de isolatiegraad van je woning.

Warmtepompen die warmte uit de grond of bodemwater halen, hebben doorgaans een hogere afgiftetemperatuur dan systemen die lucht gebruiken. Voor systemen met een lagere afgiftetemperatuur is het belangrijk dat je woning goed geïsoleerd is. Raadpleeg hiervoor een specialist.

Bij twijfel kun je een eenvoudige test doen, mits je de maximale afgiftetemperatuur van de beoogde warmtepomp kent. Laat op een koude dag de verwarming in je woning afkoelen, verlaag de temperatuur van je ketel tot de afgiftetemperatuur van de gewenste warmtepomp, zet de verwarming weer aan en draai de radiatoren open. Als je woning voldoende warm wordt, is de warmtepomp geschikt voor je radiatoren. Zo niet, overweeg dan extra isolatie, andere radiatoren of convectoren, of – bij een uitgebreide renovatie – vloerverwarming.

Ook de opstelling van de radiatoren is belangrijk. Deze moeten op een collector gemonteerd zijn en niet in serie zijn opgesteld.